Brief summary
Arnoud of Leuven and his wife Isabella, lord and lady of Breda, sell to abbess Guda (of Rennenberg) and the convent of the abbey of Thorn the portion of the annual excise, established on the court at Gilze, which had been sold in December 1243 by the abbess and convent to the lord of Breda.
Latin text of the charter
Dutch translation
Arnoud van Leuven, heer van Breda, en zijn echtgenote Isabella, maken bekend dat wijlen Hildegonde, abdis van Thorn, een jaarcijns van vijf mark Luiks tegen een bepaald bedrag verkocht had aan hun voorgangers. Hildegonde en haar opvolgster Guda betaalden deze cijns jaarlijks enige tijd uit de opbrengsten van hun hof te Gilze. Uiteindelijk hebben Arnoud en Isabella op verzoek van abdis en convent en op advies van bekwame mannen een bepaalde som geld ontvangen van de abdis als verkoop en hebben zij zekere hoevenaars, die hen jaarlijks een deel van deze rente betaalden voor de abdis, vrijwillig en geheel teruggegeven aan abdis en convent, met uitzondering van de herendienst die Arnoud en Isabella tot dan toe van hen en hun gelijken gewoon waren te ontvangen. Hierbij houden Arnoud en Isabella zich evenwel elf schelling Keuls voor van de vijf mark Luiks die zij jaarlijks aan abdis en convent betaalden, vanwege enige goederen die zij krachtens erfrecht van hen bezitten, namelijk: uit hun bouwland te Ulvenhout twee schelling Keuls, uit het bos van Lindenhout twee schelling Keuls, uit het bos van Chaam twaalf penning Keuls en uit de tiend van Ginneken zes schelling Keuls. Deze elf schelling Keuls willen zij echter niet in de verkoop gerekend en betrokken hebben.
Bij deze overeenkomst waren aanwezig: Paulus, pastoor van Loenhout, Jan, pastoor van Zundert, Gerard van Tiggelt, Jan van Skele, Hendrik, zoon van Hugelinus, Paulus Scnoie en verscheidene andere personen.
Arnoud en Isabella hebben bezegeld.
Gedaan en gegeven in april 1277.
Nadere toelichting
Lees meerArnoud van Leuven en zijn echtgenote Isabella, heer en vrouwe van Breda, verkopen aan Guda (van Rennenberg), abdis, en het convent van de abdij van Thorn het gedeelte van de jaarcijns van vijf mark Luiks, gevestigd op de hof te Gilze, die in december 1243 door abdis en convent aan de heer van Breda was verkocht.
Origineel
A. Maastricht, HCL, toegangsnr. 01.187B, archief Vrije Rijksheerlijkheid Thorn, voorl. inv. nr. 2223.
Uitgave
a. Dillo-Van Synghel, ONB II, 550-552, nr. 1146, naar A.
Samenhang
Voor de verkoop door Hildegonde, abdis, en het convent van de abdij van Thorn in december 1243, zie Collectie Thorn, nr. 11.
partners
donors