Number 42

1290 juni 1
type
Economic
Share this charter

Brief summary

Abbot Cuno and the convent of Kloosterrade, in settlement of their debts, which they have incurred as a result of disasters that have befallen them, sell all their goods and rights at Dernau to the prior and convent of Marienthal near Dernau; bishop John IV of Liege consents to the sale and seals with it.

Latin text of the charter

Universis et singulis presentes litteras inspecturis Cůno permissione divina abbas totusque conventus canonicorum regularium monasterii Rodensis Leodiensis dyocesis, salutem et noticiam veritatis.

Ad universitatis vestre noticiam volumus pervenire quod propter varias discordias et dissensiones dominorum terre ubi degimus tamquam in medio parve nationis iam annis pluribus constituti, tanta sustinuimus dampna et incidimus onera debitorum currentium ad usuras usque ad summam mille et quadringentarum marcharum Coloniensium, quod nisi per distractionem et alienationem aliquantorum bonorum monasterii nostri immobilium huiusmodi debita absque more dispendia persolvantur, in brevi perpetuam incurremus impotenciam ab huiusmodi debitis resurgendi. Unde intimato reverendo patri nostro ac domino Iohanni episcopo Leodiensi huiusmodi statu monasterii nostri periculoso ac diligenti ab eodem domino . . episcopo inquisicione super hoc premissa et ita esse invento, petita et obtenta ab eodem per supplicationes obnixas licencia et consensu ad solvendum et quitandum huiusmodi debita modo dicto, demum etiam habito in capitulo nostro inter fratres nostros ad hoc communiter convocatos tractatu et consensu unanimi deliberato animo alienare decrevimus partem aliquam bonorum nostrorum immobilium, cum nulla bona mobilia habeamus de quibus ab huiusmodi oneribus debitorum possimus commode relevari.

Reservatis igitur nobis et monasterio nostro maioribus et utilioribus prediis nostris bona nostra apud Dernowen Coloniensis dyocesis sita in vineis et censibus seu mansionariis et quicquid nos et monasterium nostrum hactenus habuimus vel habemus in villa predicta cum omnibus iuribus et pertinentiis suis prout iacent et frugibus nos ibidem contingentibus, que omnia sunt et fuerunt purum allodium monasterii nostri, vendidimus et vendimus in eo iure quo hactenus possedimus eadem bona religiosis personis nostre obediencie subiectis . . priori et conventui sanctimonialium Vallis Sancte Marie iuxta Dernouwen ementibus et recipientibus eadem bona erga nos una cum quatuor maldris frumenti apud Schůren recipiendis, pro contum et sexaginta marchis Coloniensium denariorum bonorum et legalium nobis ex parte eorundem solutis, numeratis, traditis et deliberatis et per nos in solutionem dictorum debitorum nostrorum conversis. Propter quod predicta bona cum omnibus iuribus suis et pertinentiis ac frugibus transtulimus et exnunc in antea transferimus per presentes in dictos . . priorem et conventum constituentes nos et monasterium nostrum huiusmodi bona nomine eorumdem . . prioris et conventus possidere, donec ipsorum bonorum possessionem pacificam nacti fuerut corporalem, ac promittentes per stipulationem legittimam omnem iustam impeticionem super huiusmodi bonis deponere et eadem bona ab omni homine iuste ea impetente, eisdem . . priori et conventui disbrigare et debitam ac legittimam prestare warandiam usque ad annum et diem ac omnia et singula facere eisdem emptoribus et complere, que ad dictam vendicionem de iure et consuetudine fuerint facienda usque ad tempus predictum. Renunciantes insuper expresse exceptionibus non numerate, non solute, non tradite pecunie, doli, mali et sollempnitatis iuris non servate ac aliis omnibus exceptionibus et defensionibus generalibus et specialibus, tam iuris canonici et civilis, quam etiam legibus et consuetudinibus patrie, que contra presens instrumentum seu cyrographum possent obici vel opponi.

In cuius rei testimonium et perpetuam firmitatem presentes litteras conscribi et sygillo eiusdem reverendi patris domini . . episcopi Leodiensis predicti una cum sygillis nostris videlicet . . abbatis et conventus predictorum impetravimus et fecimus communiri.

Et nos Iohannes Dei gratia episcopus Leodiensis, inquisita et comperta prefata monasterii eiusdem Rodensis oppressione et necessitate urgente utilitati eiusdem monasterii, consulentes propter causas superius expressas, quas ad hoc reputamus et decernimus legittimas et sufficientes et veras, vendicioni predicte in omni sui forma consensum et auctoritatem nostram adhibemus ipsas per omnia ratas habendo et presentis scripti sygilli nostri signati appensione testimonio confirmando.

Datum et actum anno Domini millesimo ducentesimo nonagesimo, k[alendas] iunii.

Dutch translation

Abt Cuno en het convent van Kloosterrade maken bekend dat zij door verschillende jarenlange ruzies tussen hun landsheren zoveel schade hebben opgelopen en zoveel rentelasten van schuldeisers, oplopend tot een bedrag van veertienhonderd mark Keuls, dat zij er op korte termijn niet meer van zullen kunnen herstellen als deze schulden - tegen de gewoonte in - niet door het afstoten en vervreemden van enkele onroerende abdijgoederen als schade worden betaald. Daarom hebben zij Jan, bisschop van Luik, op de hoogte gesteld van de gevaarlijke situatie waarin de abdij zich bevindt en hem dringend om toestemming en instemming gevraagd, die zij ook hebben gekregen, om deze schulden te betalen op de aangegeven wijze. Vervolgens hebben de kapittelbroeders eensgezind besloten een deel van de onroerende goederen te vervreemden, aangezien zij geen roerende goederen hebben waarmee zij zich gemakkelijk van de schuldenlast kunnen bevrijden.

Omdat zij voor de abdij de grootste en meest nuttige landgoederen hebben willen behouden, hebben zij hun goederen te Dernau, bestaande uit wijngaarden, cijnzen en hoevenaars, en alles wat de abdij daar bezit, met al hun rechten en toebehoren zoals deze er liggen en met de hen toebehorende inkomsten die allemaal zuiver allodiaal bezit zijn en waren van de abdij, verkocht aan de religieuzen die de abdij gehoorzaamheid verschuldigd zijn, namelijk aan prior en convent van Marienthal bij Dernau, die deze goederen van hen gekocht en ontvangen hebben, samen met vier malder graan bij Schuren, voor honderdzestig mark Keuls in goed en wettig geld. Dit is door de abdij Kloosterrade gebruikt om de genoemde schulden af te lossen. Zij hebben deze goederen met al hun rechten, aanhorigheden en inkomsten overgedragen aan prior en convent van Marienthal, die deze goederen in hun naam door abt en convent van Kloosterrade laten behouden totdat het vreedzame bezit van deze goederen werkelijk is overgegaan. Zij beloven iedere terechte aanspraak inzake deze goederen af te doen en de goederen te vrijwaren tegen iedereen die met recht op deze zaken aanspraak maakt, en aan de prior en het klooster van Marienthal beloven zij de verschuldigde en wettelijke vrijwaring te geven van een jaar en dag en deze kopers alles te verschaffen wat bij deze verkoop rechtens en krachtens gewoonte gedaan moet worden tot aan de genoemde tijd. Bovendien zien zij uitdrukkelijk af van alle verweermiddelen die tegen deze oorkonde en chirograaf zouden kunnen worden opgeworpen, algemeen en speciaal, zowel canoniek- als civielrechtelijk, alsook op grond van de wetten of gewoonte van het land.

Abt Cuno en het convent van Kloosterrade alsmede Jan, bisschop van Luik, hebben bezegeld.

Gegeven en gedaan op 1 juni 1290.

Persons named
Cuno, abt van Kloosterrade
Jan IV, bisschop van Luik
bisdom Keulen
convent van Kloosterrade
bisdom Luik
Margareta, zuster van Kloosterrade, dochter van Jutta zuster van Kloosterrade
prior en convent van Marienthal
zusters van Marienthal
Named locations
Kloosterrade
Marienthal
Sanding
Issue
Geertrui Van Synghel
The following text will not be translated when another language is selected
Share this charter

partners

donors

Beijer family
© 2023 WaarvanAkte.eu, an initiative of Stichting Limburgse Oorkonden
Created by Hive Collective